Jansen of Lorkeers plaagdierbeheersing 

Doeltreffend in bestrijding & preventie

Overwinterende Vliegen

In de herfst herfst maken veel overblijvende insectensoorten zich gereed om te overwinteren. Normaal gesproken zorgt dit voor niet of nauwelijks geen overlast, dit omdat het vaak om kleine getallen gaat. Het wordt pas echt als overlast ervaren als ze massaal een woning of kantoorpand intrekken. Wij behandelen hier de 3 meest voorkomende soorten overwinterende vliegen. Het gaat om de klustervlieg (Pollenia rudis), herfstvlieg (Musca autumnalis), en de grasvlieg (Thaumatomyia notata).

De Klustervlieg

(Pollenia rudis) is iets groter van formaat dan de kamervlieg met zijn 8mm is het bruingrijs van kleur en het borststuk is bedekt met goudkleurige haartjes. Als het najaar wordt zoeken deze vliegen massaal warmere plekken op zoals de spouwmuur van woningen, gebouwen, boomholtes etc. Ze geven vaak de voorkeur aan hogere gebouwen. Hier blijven ze enkele dagen zitten en verdwijnen vervolgens via openingen in bijvoorbeeld een spouwmuur of onder de dakpannen. Het gehele winterseizoen blijven ze binnen de spouwmuur in rusttoestand. Eenmaal voorjaar ontwaken ze uit hun rusttoestand. Ze verblijven aan de buitenzijde van gebouwen waarin ze overwinterd hebben. Dit kan een imposant effect geven vooral als het om grote getallen gaat. Een groot deel van de gevel kan volledig bedekt zijn door de klustervlieg. De vliegen warmen en drogen zich vervolgens op en vliegen naar enkele dagen/uren de weide wereld in. De kans bestaat als u eenmaal een bezoek van klustervliegen heeft gehad, dit het volgende jaar weer terugkomt.  

De Herfstvlieg

(Musca autumnalis) heeft veel weg van de kamervlieg; is 6-7 mm groot, en heeft een geel achterlijf met een zwarte rugstreep. De larven van deze vliegensoort leven voornamelijk van koeien- en paardenmest. De vlieg (volwassen imago) zelf leeft van honing, stuifmeel en honingdauw, een afscheidingsproduct van bladluizen. De vlieg wordt aangetrokken door menselijke en dierlijke transpiratiegeuren, met als resultaat het rondzwermen om de kop van paarden en rundvee. Het heeft daardoor de Engelse benaming ‘face fly’ gekregen. In de nazomer en herfst groeperen deze vliegen zich en gaan op zoek naar een overwinteringplaats. Dit zijn bijvoorbeeld boomholtes of spouwmuren. In grote getale kunnen zij flats, gebouwen of vaak hoge woningen binnendringen. Wanneer het in het voorjaar warmer wordt, ontwaken zij uit de rusttoestand en verspreiden zich door het gebouw, op zoek naar een weg, op het licht af naar buiten toe. Dit kan voor overlast zorgen doordat er herfstvliegen verdwalen of tegen het glas aan blijven vliegen en de weg naar buiten niet weer kunnen vinden.

De Grasvlieg

grasvlieg-dakrand-boeidelen

(Thaumatomyia notata) heeft een lengte ca. 3 mm en is kleiner dan de Cluster en de herfstvlieg. De vlieg is geelglanzend of groen van kleur en heeft drie duidelijk zichtbare zwarte strepen op het borststuk. Het grasvliegje is glimmend glad van aangezicht zonder haren. De larven ontwikkelen zich voornamelijk in ongemaaid, doorgaans verwaarloosd grasland waar veel composieten zitten bijvoorbeeld veel madeliefjes. De volwassen vliegen zoeken in het najaar met een gevoed lichaam naar een overwinteringsplaats, in de meeste gevallen gaat het om hoge gebouwen zoals flats en kantoorpanden. Wanneer het warmer wordt in het voorjaar komt de grasvlieg massaal naar buiten.

Voor deze 3 bekendste soorten overwinterende vliegen geld dat zij geen schade toebrengen aan materiaal of gebouwen. Echter in grote getallen kan dit wel als hinderlijk ervaren worden. Tevens vliegen zij altijd op het licht af. Het is heel kenmerkend als u een van deze vliegen binnen aantreft altijd bij het raam te vinden zijn. Dit hoeft echter geen garantie te zijn dat ze ook daadwerkelijk bij het raam vandaan komen. Heeft u overlast van een van deze overwinterende vliegensoort? Jansen of lorkeers plaagdierbeheersing is de specialist en kan u hierbij helpen!


Bellen